Interview Remses Rafaela
“Hardcore, niet gesetteld”
Breakdance performance B-BOY van Jolanda Spoel biedt een theatraal kijkje in het leven van vijf b-boys en de wereld van het battlen. Jolanda Spoel: “B-BOY is een ode aan breakdancers. Als theatermaker wil ik echter niet alleen de acrobatische virtuositeit van breakdance uitlichten, maar ook de vertelkracht, want die is veel groter dan vaak wordt gedacht. Ik ga op zoek naar paralellen tussen de battle wereld en het echte leven.” In dit interview een lichtje op het echte leven van een van de vijf dansers: Remses Rafaela.
Hoe ben je begonnen aan je danscarrière?
“Het was geen bewuste keuze. Ik ben opgegroeid in een creatieve familie, mijn oma had een dansgroep, mijn broer en neven waren breakdancers. Op school in Curaçao was ik altijd aan het dansen en met muziek bezig. Mijn neef en ik waren heel actief met bubbling battles, op school en ook buurt tegen buurt. In 1996 werd ik gevraagd door een gerenommeerde, professionele dansgroep Combinacion Moderno Dance Company. Ze hadden mij gevraagd de opening van de Miss Verkiezing te dansen, mijn eerste grote optreden op Curaçao. Bij die groep bleef ik tot 2005. In Curaçao had ik mijn top bereikt en ik besloot om verder te werken aan mijn carrière in Nederland. Ik was een jaar lang creatieve coach op de kinderafdeling van het RIAGG. Via muzikant Stanley Clementina kwam ik bij de SKVR in een kweekvijveropleiding Kunstenaars & Co. Daar leer je om geschoolde dansdocent te worden. Heel mooi, want je krijgt les van elkaar en leert dus de eigenheid van iedere persoon en je eigen kern heel goed kennen. In 2007 kwam ik bij de Rotterdamse breakdancecrew Groove Kings. Met hen danste ik onder andere in televisieprogramma’s als Holland’s Got Talent, De Dino Show en zo kwam ik ook bij So You Think You Can Dance. Nu zit ik in breakdancecrew La Familia.”
Was je vanaf dat moment een b-boy?
“Niet alleen maar, ik danste ook bij Isabelle Bernaert, Scapino, Stichting Formaat en zelfs contactimprovisatie bij Kevin Polak. Ik ben natuurlijk wel begonnen als breakdancer met mijn broer. Maar daarna heb ik me ook bezig gehouden met turnen, bubbling, jazz, modern, folkloristische dansstijlen van Curaçao, capoeira en Afro-Caraïbische dans. Dus geen pure b-boy, ik ben een danser, ben mijn hele leven creatief bezig geweest, ik ken niets anders. B-boy staat voor mij zowel voor een breakdancer als voor een lifestyle. De breakdancer is continue aan het proberen wat zijn lichaam doet in de ruimte. De lifestyle is hardcore, niet gesetteld. Iedereen zou zich een b-boy kunnen noemen als de core vanuit de muziek komt.”
Is breakdance kunst of sport?
“Breakdance is sport. Het is puur conditioneel, je voorbereiding staat centraal. Die hoeft niet lichamelijk te zijn trouwens, het gaat om het besef hoe je jezelf lichamelijk kan controleren. ”
Wat is jouw favoriete dansstijl?
“Van alles wat ik net opnoemde vind ik Afro-Caraïbische dans het mooist, maar mijn favoriet is mijn eigen mix. De volgende stap is dat ik mijn eigen dingen ga creëren. Om mijn eigen stijl te versterken, ga ik op zoek naar de kern van de Afro-Caraïbische dans.”
Je doet niet meer aan battles, mis je het?
“Nee. Het competitiegevoel doet mij niets meer. Ik hoef anderen niet meer te overtuigen dat ik beter ben, ik hoef mij niet meer te meten. Ik voel me comfortabel in wat ik kan.”
Jolanda Spoels voorstelling B-BOY gaat onder andere over battlen. Kende je de andere battle cats al?
“Ik dans met Tim, Kenji, Pom en Dietrich. Tim en Kenji kende ik nog niet. Met Dietje werkte ik in 2013 en 2018. Net als ik verliet hij zijn huis, hij in Suriname, om in Nederland verder te werken aan zijn danscarrière, om iets nieuws te proberen. En Pom ken ik van Groove Kings, hij is zeg maar mijn ‘kleine broertje’. Niet echt natuurlijk maar in de hiphopscene ben je familie omdat je een passie deelt. Allemaal hebben ze de drive om beter te worden dan gisteren, daarom zijn ze ook top.”