Column #15 René: Onrust
Ik zit op Terschelling voor The world is as you are, een ambitieuze Maasproductie van REINDIER en co. die we op Festival Oerol gaan spelen. De vogels fluiten, de zon schijnt, er staan schapen in de wei en er worden ontelbaar veel nieuwe veulens geboren. Alle ingrediënten voor ontspanning zijn aanwezig. De voorstelling is al af en hoeft alleen nog maar in de taartvorm van de nieuwe locatie te zakken. Een prachtige, open plek in het bos. Artistiek gezien geen vuiltje aan de lucht, maar toch heb ik een onrustig en ongedurig lijf. Ik vind geen rust, loop de hele tijd rondjes, kan nog geen vijf minuten rustig in een tuinstoel zitten en app me een ongeluk. Ik blijf de zuigende kracht van mijn mailbox voelen en een oneindige to do list ligt onvermoeid te wachten op het nachtkastje van ons slecht ingerichte vakantiehuisje. Ik ben als een balletje in een flipperkast.
Laatst stelde iemand mij de vraag of de combinatie tussen maker zijn en het artistiek directeurschap niet te veel was. Of ik niet eens serieus wilde nadenken of ik ook een tijdje zonder dat maken zou kunnen. Een terechte vraag omdat er zoveel uitdagingen zijn in de culturele sector. Een extreem snel veranderende wereld, een oorlog, stijgende energieprijzen, een epidemie waarvan de toekomst voorspellingen nog steeds niet vrolijk makend zijn en daartegenover geen uitzicht op een nieuwe Corona compensatie. Een klimaatcrisis, het opheffen van de skip regeling, waardoor kleinere theaters 25% minder voorstellingen kunnen programmeren, de Rotterdamse kunstraad die wordt opgeheven. Just to name a few. Ik had op dat moment geen helder antwoord op die vraag maar voelde in al mijn vezels dat in deze rigoureuze keuze niet de oplossing zit. Niet voor mij in ieder geval.
Ik heb vandaag een vrije dag, maar weet niet wat ik met al die oningevulde tijd aan moet. Dus ben toen begonnen in het boek “No Guts No Glory” van Fred Wartna, Arno van Riet & Dorien Folkers. Na wat rusteloos heen en weer gedrentel installeerde ik mij op de bank en begon met lezen. En na een aantal bladzijdes voelde ik mezelf zachter en rustiger worden. Een beetje huilerig zelfs. Het boek is een pleidooi voor kunst in het hart van het onderwijs. Een oproep tot stilstaan en reflectie. Niet op zoek gaan naar de juist antwoorden of oplossingen - waar het onderwijs nogal een handje van heeft - maar via het kijken, ervaren en vragen stellen erachter komen wie je bent en wat je betekent ten opzichte van de ander en je omgeving. Iets wat kinderen eigenlijk van nature goed kunnen maar dat mede door opvoeding, onderwijs en later werk wordt afgeleerd of ondergesneeuwd. Een oproep om contact te houden met al die kwaliteiten die er bij geboorte al in zitten. Een beetje rondkruipen, kijken, je verwonderen en nieuwsgierig zijn naar al die zaken die je nog niet kent. Blijven spelen dus. Zelfs al ben je 48 jaar en artistiek directeur. Onder mijn grijzende baard zit nog steeds een kind verscholen dat eigenlijk alle antwoorden al in zich heeft. Het contact met die mini versie van mezelf vind ik vooral in het kunst maken, in theater, in het rotzooien op de vloer, in het zoeken, lummelen en het kijken naar spelers, zangers en dansers. Niet in het eindeloos achter mijn laptop zitten of vergaderen (al weet ik natuurlijk wel dat dit een noodzakelijk onderdeel is van mijn werk).
Wil ik een goede artistieke directeur zijn van een podium en gezelschap dat werk maakt en toont voor kinderen en jongeren dan moet ik zelf ook een kind of puber zijn. Ik moet niet op een afstand in een ivoren toren over hen beslissen maar hen tegen komen in het doen. Zelf ook blijven zoeken, risico’s nemen, kwetsbaar zijn en me blijven verbazen. Kunst in het hart van het onderwijs en het kind in het hart van de kunstenaar.
Ik heb mezelf net gedwongen om buiten een tijdje op een hekje te gaan zitten. Even echt stilstaan en mijn hoofd leeg maken. Het valt niet mee. Ik wil wel tien keer op staan om mijn mail te checken maar dwing mezelf om te blijven zitten. Een soort meditatie. En op het moment dat ik even echt rustig word en naar de details van een heg zit te staren komt er een roodborstje heel dicht naast me zitten. Het kijkt naar me en ik kijk terug. Zou het aanvoelen dat ik eindelijk even rustig ben? En zodra ik dat denk vliegt het weer weg.
“No guts No glory” is te verkrijgen door een mailtje te sturen naar ngng@wartnaenvangerwen.nl.