Column #5 René: Digitale meeloper
Ik weet nog goed dat ik als 13-jarige een platencollectie aan het opbouwen was. Na een verloop van tijd had ik een aardig indrukwekkend stapeltje langspeelplaten verzameld en toen kwam de compact disk. Het duurde niet lang voordat iedereen z’n platenspeler inruilde voor de cd-speler en de kringloopwinkels konden de tweedehands platencollecties aan de straat stenen niet kwijt. Maar ik verzette mij hevig tegen deze -in mijn ogen- zogenaamde ‘vooruitgang’. Ik wilde niet mee in deze commerciële fuik. Waarom moest ik mijn zuurverdiende verzameling wegdoen om vervolgens dezelfde muziek weer opnieuw de kopen, maar dan op een andere maat schijf? Geldklopperij. Ik heb mijn eenmansverzetsbeweging ongeveer vijf jaar stug volgehouden en ben toen gezwicht onder de druk van de moderne tijd. En nu, zoveel jaar later, staat mijn cd-collectie al weer jaren stof te vangen op zolder omdat er al een tijdje zoiets als Spotify bestaat. Vooruitgang betekent in veel gevallen geldverspilling en een overvloed aan overbodige spullen.
Hetzelfde heb ik gedaan met mijn telefoon. Toen in 2011 de smartphone op de markt kwam, voelde ik geleidelijk aan steeds meer weerstand tegen dat ding. Mensen keken in de trein niet meer naar buiten, maar sloten zich af in hun minicomputerwereld. Dat is nu het nieuwe normaal. En hoe meer mensen of bedrijven mij aanspoorden om toch zo’n ding te kopen, voor whatsapp, voor digitaal bankieren, voor navigatie, hoe meer ik me vastklampte aan mijn oude vertrouwde Nokia. Ik kan toch sms’en en de weg vragen als ik die niet weet! En hoe haal je het in je hoofd om meer geld uit te geven aan een telefoon dan aan een doorsnee laptop? Laat staan het hele privacy-verhaal en de bewezen verslavende werking van zo’n apparaat. Verder heb ik van huis uit meegekregen dat je niks weggooit dat niet kapot is of nog te repareren valt. Daardoor draag ik mijn T-shirts vaak totdat je er bijna doorheen kan kijken. Ik heb er 20 jaar lang niet aan meegedaan. Maar heb me nu toch overgegeven. Ik ben een dikke vette digitale meeloper.
Ik was het zat om de hele tijd uit te leggen waarom ik niet kon appen. Om toch een beetje als ouderwets aangezien te worden. Om een digitale buitenstaander te zijn. Alsof het feest zich van de tuin naar de huiskamer had verplaatst en ik maar buiten bleef staan. Ook vond ik dat ik als artistiek directeur van een jeugd- en jongerengezelschap toch moest weten waar ons publiek zich de meeste tijd van de dag bevindt. Ik wilde erbij horen. Dus ik doe nu vrolijk mee, zit lekker op Instagram, ontdek wat gifjes zijn en hoe handig parkmobile is. Gisteren zat ik samen met allemaal leuke mensen op het terras van het Maaspodium, iets waar ik al sinds mijn eerste column naar uitkeek, en waar zat ik? Op mijn telefoon. Dat is toch wel tragisch. Ik neem nu deel aan iets waar bijna de hele wereld zich bevindt, maar verlies het ‘echte’ hier en nu uit het oog. En straks als deze column geplaatst is, kan ik waar ik maar wil checken hoeveel mensen mij een Like geven (en daar dan blij of juist teleurgesteld om zijn).
Een bekende voetballer heeft ooit gezegd: “Elk nadeel heb z’n voordeel”. En zo is het. Ook bij de digitale vooruitgang.
René Geerlings – artistiek directeur van Maas theater en dans