Coming-out met Bora
In deze column delen we elke week de coming-out verhalen van Maasmensen. De coming-out kent vele vormen en bijzondere verhalen. Het is een keerpunt in een mensenleven. The start of something new. Ondanks dat het er altijd al is geweest.
Deze week vertellen we het verhaal van Bora (he/him). Bora is Hoofd Marketing & Communicatie en viert vandaag zijn één jarig jubileum bij Maas. Toen hij jong was moest hij uit de kast komen als homo bij zijn Turkse familie, wat voor hem een spannende ervaring was.
Ik was 9 toen ik voor het eerst gevoelens had voor een jongen. Toen ik 15 was liet mijn moeder me verhalen lezen die ik graag schreef op jonge leeftijd. Het desbetreffende verhaal schreef ik toen ik als negenjarige bij familie op bezoek was in Turkije. De jongen in kwestie sliep alleen in ons hotel en ik schreef een verhaal over hoe ik het zielig vond dat hij alleen was. Hoe hij overdag alleen sportte in de sportschool en s’avonds alleen at aan de bar. Zonder vrienden.
Toen ik dit verhaal teruglas als 15-jarige, herinnerde ik me de gevoelens direct en herkende toen pas: dat waren verliefdheidsgevoelens. Ik vond het niet zielig voor die jongen, ik wilde gewoon graag bij hem zijn. Dat was voor mezelf als 15-jarige al geen verrassing meer. Ik wist toen al langer dat ik gevoelens voor jongens had, maar was nog bezig geweest mezelf te accepteren. Van het gevoel hebben dat je anders bent, naar niet weten wat homo-zijn überhaupt is, tot het rondlopen met een “vreselijk” geheim en jezelf haten om wie je bent. Op mijn 15e had ik er wel vrede mee en heb ik nóg een verhaal geschreven.
Dat was een brief aan mijn ouders waarin ik opschreef wat ik niet over mijn lippen kreeg. Bang voor een reactie, waarvan ik had kunnen weten dat die niet slecht kon zijn. Mijn ouders hadden homo’s als vrienden. En tóch weet je niet wat er gebeurt als het om hun eigen kind gaat.
Hun reactie was gelukkig goed en die van alle mensen om me heen ook. Klasgenoten op de middelbare school complimenteerden me zelfs dat ik er voor uit was gekomen. Een grote groep vrienden om me heen zorgde er voor dat niemand iets slechts durfde te zeggen. Toen mijn tante, die jaren eerder had gezegd dat een andere neef die homo was niet welkom was bij haar thuis, bij ons aan de deur stond, heeft mijn moeder gezegd: Bora is homo, en als jij daar een probleem mee hebt, ben jíj niet welkom bij ons thuis. Ik realiseer me hoe bijzonder dit soort steun van vrienden en familie is, vooral in die fase van je leven, en ben daar ontzettend dankbaar voor.
De Turkse kant van mijn familie reageerde anders. Mijn oudere Turkse tante, gelovig maar zonder hoofddoek, sprak eigenlijk nooit zo veel tegen me. Deels omdat mijn Turks niet goed is, deels omdat we misschien niet zo veel te bespreken hadden. Maar één avond, na een wandeling met mijn ouders, begon ze een gesprek en nodigde me uit om langs te komen bij haar in Duitsland. Mijn neven en nichten zouden het leuk vinden me weer te zien, zei ze. Toen ik mijn vader blij vertelde dat we voor het eerst écht gepraat hadden, vertelde hij dat hij tijdens hun wandeling had verteld dat ik homo was. Ik was in eerste instantie ontzettend boos, want hij had niet gevraagd of hij dat mocht vertellen. Toen ik vroeg hoe ze reageerde, zei hij dat haar eerste reactie was: oh, is hij ziek?
Ik ging natuurlijk bijna van mijn stokje. In mijn hoofd onterfd en verbannen uit Turkije. Maar mijn vader ging door dat zijn antwoord was: nee, zo is hij gewoon, en dat is voor ons geen probleem. Wij houden alsnog van hem. Mijn tante had even nagedacht en daarna gezegd: dan houd ik ook van hem. En zonder dat ik het nog wist had ze daarna toenadering gezocht om me uit te nodigen bij haar thuis.
Voor mij was dit moment niet alleen een enorme emotionele ontlading, waar heel veel gevoelens samenkwamen, maar het gaf me ook een beetje hoop dat als er meer mensen zo rigoureus kunnen bekeren, de emancipatie van queer personen in de toekomst overal mogelijk is.
We’re here, we’re queer, get used to it!